Klacht over melding Veilig Thuis en overslaan stap meldcode
Situatieschets
De stiefdochter van klager heeft haar conrector benaderd waarbij zij heeft aangegeven zich niet veilig te voelen in haar thuissituatie. De school heeft op basis van de melding van de stiefdochter van klager de meldcode ingezet. De school en de jeugdconsulent hebben verschillende gesprekken met de stiefdochter van klager gevoerd. Er is vervolgens na het zoeken van een veilige plek voor de stiefdochter van klager een zorgmelding gedaan. De school heeft er voor gekomen niet met ouders over de melding in gesprek te gaan, er werd gevreesd voor de veiligheid van de stiefdochter van klager. Met medewerking van de jeugdbescherming en Veilig Thuis is de stiefdochter van klager door de rechter uit huis geplaatst. Enkele weken na de uithuisplaatsing is de stiefdochter meerderjarig geworden. De klacht ziet op het niet in contact treden met ouders bij vermoedens van kindermishandeling waardoor schade aan de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen is veroorzaakt. Klager stelt dat de school de meldcode niet goed heeft gevolg door stap 3 uit de meldcode, het gesprek met ouders, over te slaan. Het gezin van klager is onherstelbaar ontwricht, waarbij het jongste kind ernstig getraumatiseerd is, er is een permanente breuk ontstaan met de stiefdochter. Indien contact was opgenomen met klager had klager alle aantijgingen kunnen weerleggen, de escalatie kunnen voorkomen en waren de onomkeerbare gevolgen voor het gezin uitgebleven. Klager meent dat de school geen inhoudelijke motivering en onderbouwing heeft gegeven voor het overslaan van de derde stap uit de meldcode. De school heeft niet alleen wetgeving en protocollen genegeerd, zij heeft ook geen eerbiediging gehad voor de ouderlijke macht. Klager stelt zich daarbij op het standpunt dat sprake lijkt te zijn van vergelding door de school, omdat de escalatie heeft plaatsgevonden in een periode volgend op meerdere door klager ingediende klachten bij de school.
Uitspraak
De Commissie ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of de klacht ontvankelijk is nu de betrokken leerling ten tijde van het indienen van de klacht meerderjarig was. De Commissie overweegt dat het schoolbestuur expliciet heeft aangegeven de klacht in behandeling te nemen, ondanks de meerderjarigheid van de leerling. Het schoolbestuur heeft ook geen bezwaar gemaakt bij de Commissie. In dat licht en gezien de ernst van de situatie heeft de voorzitter van de Commissie, bij wege van uitzondering, klager ontvankelijk verklaard in zijn klacht.
De Commissie overweegt ten aanzien van de klacht dat als algemeen uitgangspunt geldt dat een school voordat zij een melding doet bij Veilig Thuis in gesprek dient te gaan met de ouders. Een uitzondering hierop kan echter worden gemaakt indien de veiligheid van het kind in het geding is of haast is geboden. De Commissie ziet geen aanleiding de informatie van verweerders als niet geloofwaardig te bestempelen. Uit de gesprekken van de school met de stiefdochter van klager zou naar voren zijn gekomen dat sprake zou zijn van een mogelijk geestelijk, lichamelijk en seksueel onveilige situatie. De Commissie acht deze informatie voldoende als motivering klager niet in kennis te stellen van de melding bij Veilig Thuis. De Commissie oordeelt voorst dat de school niet klachtwaardig heeft gehandeld door de verslagen niet aan klager te overleggen. De stiefdochter van klager was meerderjarig en gelet hierop mocht de school de verslagen niet zonder haar toestemming aan klager doen toekomen. De Commissie heeft geen enkel aanknopingspunt dat de school en de stiefdochter van klager een vooropgezet plan dan wel complot hadden ten aanzien van het verdacht maken van klager. Klacht ongegrond.