Klacht over fysiek incident met leerkracht en ontzegging lessen
Fysiek incident met leerkracht en ontzegging van de lessen met betrekking tot aanpak klassenklimaat. De Commissie is van oordeel dat in het algemeen een leerkracht in de gelegenheid moet zijn om tegen leerlingen op te treden wanneer haar gezag wordt ondermijnd. De gedragingen die de leerkracht worden verweten zijn voor de Commissie in onvoldoende mate vast komen te staan. De versies van wat is voorgevallen zijn voor wat betreft de wezenlijke punten dermate uiteenlopend, dat geen eenduidig beeld is ontstaan voor de Commissie. De stelling van klaagster dat het gedrag van (naam leerling) een belangrijke oorzaak zou vinden in het onveilige pedagogische klimaat op de school is ook onvoldoende onderbouwd. De Commissie verklaart dit klachtonderdeel daarom ongegrond. De lessen, die de school (naam leerling) heeft ontzegd, zagen op een programma om de problematiek binnen de groep aan te pakken. Met de groep zou aan een nieuw klimaat worden gewerkt. Deze lessen werden één keer per week gegeven in een sessie van 45 minuten. Gebleken is dat klaagster op 8 maart 2019 het vertrouwen in de school had opgezegd en dat zij had gemeld dat (naam leerling) op korte termijn de school zou verlaten. De school heeft aangegeven dat klaagster in eerste instantie akkoord was dat (naam leerling) die lessen niet zou volgen.De school heeft de bevoegdheid om een leerling de lessen te ontzeggen. Gelet op de beperkte duur en het doel van de sessies naast het feit dat klaagster had aangegeven dat (naam leerling) op korte termijn van school zou afgaan, acht de Commissie het in het perspectief van de school niet onredelijk dat (naam leerling) die lessen zijn ontzegd en hem een alternatief is aangeboden. Het feit dat het langer heeft geduurd omdat (naam leerling) pas na de meivakantie naar een nieuwe school is gegaan, doet hier niets aan af. De Commissie is dan ook van oordeel dat dit klachtonderdeel ongegrond verklaard moet worden.