Klacht over doublure, geen herkansingsmogelijkheid geboden in eigenlijke jaar. Klacht ongegrond.
Doublure, leerling voldoet niet aan de overgangsnorm. Klacht ongegrond.De Commissie merkt allereerst op dat de school bij het vaststellen en uitvoeren van het beleid inzake bevordering een grote mate van vrijheid geniet. De Commissie toetst slechts marginaal. De Commissie stelt vast dat partijen niet inzichtelijk hebben gemaakt hoe de leerling er voor stond, wat de overgangsnormen waren en in hoeverre deze aangepast zijn in verband met de uitbraak van het Coronavirus en de sluiting van de school als gevolg hiervan. De Commissie maakt overigens uit de stukken op dat de resultaten van de leerling niet ter discussie staan, de leerling voldoet in beginsel niet aan de overgangsnorm. Gesteld is dat de leerling had kunnen voldoen aan de overgangsnorm indien en aantal herkansingen in het eigenlijke schooljaar aangeboden zouden worden en indien een ontbrekend cijfer voor het vak Nederlands was toegevoegd aan de cijferlijst. De Commissie stelt vast dat de school het beleid betreffende de herkansingen, gelet op de onvoorziene en uitzonderlijke situatie door het Coronavirus, heeft mogen aanpassen en acht het voldoende aannemelijk dat dit is gebeurd met inachtneming van de hiertoe vereiste procedurele voorschriften. De school heeft de leerling, ondanks het feit dat de resultaten daar in beginsel geen aanleiding toe gaven, gelet op de bijzondere situatie door het Coronavirus, besproken in de docentenvergadering. Daarbij zijn ook de persoonlijke belangen besproken en gewogen. De Commissie stelt vast dat het besluit gebaseerd is op een proces van intersubjectieve oordeelsvorming, genomen door docenten vanuit hun expertise en professionaliteit. De Commissie komt tot het oordeel dat het besluit op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de school op grond van alle gegevens in redelijkheid tot het genomen besluit heeft kunnen komen. Klacht ongegrond.