Klacht over bejegening docent. Klacht ongegrond
De situatie
In het schooljaar 2023-24 was de leerling leerling van de school. In deze periode werd de leerling begeleid door een docent. In januari 2024 verliest klaagster het vertrouwen in deze docent, omdat haar zoon zich onveilig zou voelen bij hem. Zij doet het verzoek om een andere coach aan te stellen. Over dit verzoek vinden gesprekken plaats. De uitkomst van deze gesprekken is dat de docent de coach van de leerling blijft. In het schooljaar 2024-25 staat de leerling nog bij de school ingeschreven, maar neemt de leerling geen deel aan het onderwijsproces op de school. De leerling volgt onderwijs op een andere locatie van het bestuur.
Oordeel Commissie
De klacht ten aanzien van de bejegening van de docent naar de leerling is ongegrond.
Bejegening docent
De Commissie ziet zich geconfronteerd met twee verschillende visies over het handelen van de docent. Klaagster noemt slechts enkele voorbeelden waaruit het handelen van de docent zou blijken, die door de docent op zijn beurt worden betwist. Nu klaagster haar stelling niet met verklaringen heeft onderbouwd, komt de Commissie tot het oordeel dat klaagster haar klacht over de onheuse bejegening van de docent niet aannemelijk heeft gemaakt. Daarnaast worden door klaagster geen andere voorbeelden genoemd die door de docent worden erkend, dan wel door haar feitelijk worden onderbouwd.