Schooladvies
Situatieschets
Klagers wensen aanpassing van het schooladvies voor hun zoon van HAVO/VWO naar VWO. Bij het bepalen van het schooladvies is volgens hen niet meegewogen dat hun zoon over een periode van vijf jaar structureel is gepest op de school. Het schooladvies houdt onvoldoende rekening met zijn prestaties op dit moment, zijn capaciteiten en het negeert een medisch-psychisch rapport dat nadrukkelijk adviseert hem uit te dagen. Het huidige schooladvies leidt tot een vergrote kans op cognitieve en sociale achterstand. Klagers willen voorkomen dat hun zoon in het volgende schooljaar tussentijds zal worden overgeplaatst naar het VWO omdat hij dan als buitenstaander in die groep komt. De school voor voortgezet onderwijs die klagers op het oog hebben geeft bovendien aan dat er nog plek is voor hun zoon maar volgens klagers is de school voor plaatsing in de betreffende klas afhankelijk van het schooladvies.
Uitspraak
De Commissie stelt zich terughoudend op bij het toetsen van een schooladvies; de school heeft bij uitstek de deskundigheid het kennen en kunnen van een leerling te beoordelen. De Commissie beoordeelt slechts of de procedure die tot het advies heeft geleid zorgvuldig is geweest en of het besluit in het gegeven geval in redelijkheid genomen kon worden, gelet op alle daarbij betrokken belangen. Bij een evident onjuist advies zal de Commissie zich hierover uitlaten, de Commissie is echter niet bevoegd zelf het schooladvies af te geven of te wijzigen. De Commissie komt tot het oordeel dat het gegeven schooladvies niet evident onjuist of onbegrijpelijk is. Het schooladvies is ook niet onredelijk op basis van de cijfers en de ‘zachte factoren’. De voor het vaststellen van het schooladvies vastgelegde procedures zijn gevolgd. De Commissie merkt op dat het schooladvies, anders dan klagers menen, weliswaar leidend maar niet bindend is voor de beoogde school. Het staat klagers vrij met de betreffende school in gesprek te gaan over de plaatsing in de VWO-klas. De klacht is ongegrond.