School besluit geen uitzondering te maken op mondkapjesplicht. Klacht ongegrond.
School besluit geen uitzondering te maken op mondkapjesplicht. Klacht ongegrond.Het bevoegd gezag heeft voor alle leerlingen van alle scholen die onder zijn verantwoordelijkheid vallen een mondkapjesverplichting ingesteld. De zoon van klagers wil geen mondkapje dragen op grond van psychische en/of medische bezwaren. De school wil echter geen uitzondering maken op de geldende mondkapjesverplichting. De Commissie merkt op dat de school bij het vaststellen en uitvoeren van het maken van schoolregels een grote mate van vrijheid geniet. De Commissie toetst slechts marginaal. De klacht dient te worden bezien tegen de achtergrond van de op dit moment geldende Coronawetgeving. Ten aanzien van mondkapjes geldt dat het dragen ervan verplicht is voor leerlingen van het speciaal voortgezet onderwijs, met uitzondering van de leerlingen die vanwege een beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen. Het is volgens de wetgeving aan de schoolleiding in het voortgezet speciaal onderwijs om in overleg met de (G)MR te bepalen in welke situaties het dragen van een mondkapje verplicht is. Het bevoegd gezag heeft in haar protocol een door haar MR goedgekeurde bepaling opgenomen met daarin een mondkapjesverplichting voor alle leerlingen. Voor leerlingen die wegens een beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen kan, na toestemming van de schoolleiding, een uitzondering worden gemaakt. De Commissie stelt vast dat het bevoegd gezag haar regels omtrent mondkapjes plicht heeft opgesteld in overeenstemming met de geldende wetgeving.De vraag die tevens een rol speelt in deze klacht is of de school in dit geval de boordelingsvrijheid had om een medische verklaring van klagers te vragen ter ondersteuning van de bezwaren van hun zoon om een mondkapje te dragen. De Commissie is van oordeel dat gelet op de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag om te zorgen voor een veilige leeromgeving, zij in redelijkheid mag verlangen dat er een medische verklaring wordt overgelegd door een leerling die in aanmerking meent te komen voor een uitzondering wegens een fysieke of mentale beperking of ziekte ten aanzien van het dragen van een mondkapje op school. Hierbij neemt de Commissie ook in aanmerking dat zich op deze school een grote groep zeer kwetsbare leerlingen bevindt. De overgelegde medische verklaring legt niet uit op grond van welke medische of psychische beperking of ziekte de gestelde problematiek zou kunnen ontstaan in geval van het dragen van een mondkapje. De Commissie is daarom van oordeel dat het bevoegd gezag in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat de door klagers overgelegde medische verklaring niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een medische beperking of ziekte die het niet dragen van een mondkapje zou rechtvaardigen. De Commissie constateert voorts dat de school voldoende zorgvuldig heeft gehandeld, ook gezien de duidelijke protocollen die de school over de regels omtrent Corona heeft geschreven, bijgehouden, gepubliceerd en voor alle betrokkenen inzichtelijk heeft gemaakt.