Pesten, het negeren van ouders en dieetbeperkingen. Aanwezigheid ter zitting.
Situatieschets
De dochter van klaagster wordt gepest. De school treedt hiertegen niet op. De school doet niets met de zorgen van klaagster voor wat betreft het welbevinden van haar dochter. Klaagster stelt dat de school haar niet serieus neemt, voelt zich niet gehoord door de school en klaagster voelt zich gediscrimineerd door de school. Bovendien is de school nalatig omdat haar dochter eten krijgt dat zij niet mag hebben, hoewel de school op de hoogte is van het dieet van haar dochter.
Uitspraak
De Commissie stelt voorop dat het, om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen, van belang is dat de Commissie volledig kennis kan nemen van de standpunten van partijen. De hoorzitting kan een bijdrage leveren aan het nader tot elkaar brengen van partijen, aan het kweken van onderling begrip en aan het ophelderen van punten die nog onduidelijk zijn in de stukken. De school heeft verschillende vergeefse pogingen gedaan om met klaagster in gesprek te gaan en duidelijkheid te krijgen over de inhoud van haar klachten. Ook voor de Commissie is het niet duidelijk waar de klachten op zien. De Commissie heeft klaagster herhaaldelijk en deugdelijk opgeroepen voor de hoorzitting. Zij is echter niet verschenen. Nu klaagster heeft verzocht om haar klacht schriftelijk af te doen en het daardoor voor de Commissie onduidelijk is gebleven waarop de klachten zien, is de Commissie van oordeel dat de klachtonderdelen 1 en 2 onvoldoende feitelijk zijn onderbouwd en daarom ongegrond zijn. Voor wat betreft het geven van eten dat de dochter van klaagster niet mag hebben overweegt de Commissie dat het incident waar het om gaat zich meer dan een jaar vóór de indiening van klaagsters klacht bij de Commissie heeft afgespeeld. Gesteld noch gebleken is dat van een verschoonbare termijnoverschrijding sprake is geweest. Daarmee is dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk.