Klacht over ziekmelding leerkracht, bejegening door directeur. Klacht gegrond.
Ziekmelding leerkracht en bejegening leerkracht door directeurDe klacht valt uiteen in zeven klachtonderdelen, alle betrekking hebbende op de bejegening. De klachten betrekking hebbende op de ziekmelding en het reïntegratietraject worden buiten beschouwing gelaten, dit betreffen rechtspositionele klachten en ter beslechting van dergelijke geschillen zijn andere instanties aangewezen. De Commissie heeft bij de behandeling van de bejegeningsklacht afgevraagd of partijen zich hebben gedragen zoals in het maatschappelijk verkeer betamelijk wordt geacht. Bij de beoordeling heeft de Commissie de indruk gekregen dat de escalatie van het geschil direct na de ziekmelding van klager is ontstaan. Dit enerzijds door de formele en weinig empathische opstelling van de directeur en anderzijds door de angst van klager voor vergaande rechtspositionele gevolgen.De Commissie komt tot het oordeel dat ten onrechte een vakantiereis aan klager is geweigerd, althans dat de school niet heeft gehandeld zoals van haar, gelet op haar positie, mag worden verwacht. De school heeft een strak formalistische opstelling aangenomen en enige belangenafweging ontbreekt. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemachtigde van klager ten onrechte is geweigerd het spreekuur bij de bedrijfsarts bij te wonen. De Commissie komt tot het oordeel dat de weigering niet anders gezien kan worden dan als een poging van de school het verloop van het gesprek te beïnvloeden, de school heeft daarmee uitsluitend haar eigen belang nagestreefd. De Commissie is van oordeel dat er onheus gedreigd is met een loonstaking, de Commissie stelt dat de acties zijdens de school contraproductief waren en de school de grenzen van de betamelijkheid heeft overschreden. Ook acht de Commissie het verzoek tot het aanpassen van een verklaring van een GZ-psycholoog door de school onnodig escalerend. Daarmee zijn deze klachtonderdelen door de Commissie gegrond geacht. De klachtonderdelen die zien op het niet houden aan de belafspraak door de directeur, het ten onrechte opnemen van een telefoongesprek met een P&O medewerker van de school en de bejegening van de directeur zijn ongerond. Al merkt de Commissie met betrekking tot de opstelling van de directeur wel op dat deze zeer formalistisch is en dat sprake is van onvoldoende empathie jegens klager.