Klacht over tegenwerking van doorstroming naar SBO, communicatie, handelen zonder toestemming en privacyschending OPP. Klacht deels gegrond.
Tegenwerking van doorstroming naar het speciaal onderwijs (SBO), communicatie, handelen zonder toestemming en privacyschending in OPP. Klacht deels gegrond. De klacht valt uiteen in zes klachtonderdelen. De Commissie overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de visies van partijen ver uit elkaar liggen en zijn blijven liggen. De Commissie merkt op dat het tot de bevoegdheid van de school behoort en de school een grote mate van beleidsvrijheid toekomt waar het een advies over de onderwijsbehoefte van een leerling betreft. De Commissie toetst daarom terughoudend en oordeelt slechts of de school in redelijkheid de inspanningen heeft geleverd die van de school verwacht mogen worden.De school heeft tegen de wens van klaagster in besloten niet direct een advies over de onderwijsbehoefte van de zoon van klaagster uit te brengen, maar een (nader) onderzoek in te laten stellen. De Commissie komt tot het oordeel dat de school niet onzorgvuldig heeft gehandeld door nader onderzoek te wensen. Ook kan de Commissie niet vaststellen dat de school de overplaatsing heeft tegengewerkt. De Commissie stelt wel vast dat de communicatie tussen partijen verstoord is en door het wantrouwen van klaagster, als gevolg va het gevoel dat zij tegengewerkt werd door de school, verder is verslechterd. De Commissie meent echter dat de school niets te verwijten valt, zij heeft getracht om met klaagster in gesprek te blijven. Klachtonderdeel ongegrond. De stellingen van klaagster dat Jeugdzorg zonder haar medeweten is ingeschakeld en de onderzoeken zoals opgenomen in het OPP niet hebben plaatsgevonden kunnen door de Commissie niet worden vastgesteld, aanwijzingen daarvoor ontbreken. Klachtonderdelen ongegrond.De Commissie stelt vast dat met klaagster afgesproken is dat de achternaam van de vader van haar zoon niet gebruikt zou worden, tenzij de voorschriften de school daartoe zouden verplichten. Dat de naam toch gebruikt is, maakt dat dit klachtonderdeel gegrond is, de Commissie is van oordeel dat de school had garanderen dat de met klaagster gemaakte afspraak in de praktijk steeds zou worden nageleefd. De stelling van klaagster dat zij geen antwoord zou hebben gekregen op veel door haar per e-mail gestelde vragen, kan de Commissie uit de toegezonden stukken niet afleiden Klachtonderdeel ongegrond. De klacht met betrekking tot het MDO is eveneens ongerond, hoewel de Commissie zich wel kan voorstellen dat een niet professionele deelnemer zich overdonderd kan voelen door het grote aantal aanwezig deskundige en professionele deelnemers. De Commissie ziet wel aanleiding voor een aanbeveling dienaangaande.