Klacht over slechte begeleiding door school. Klacht ongegrond.
De leerling is niet goed begeleid door de school. Klagers zijn gedwongen de leerling in de observatiegroep te plaatsen.De Commissie stelt vast dat de begeleidster niet geschikt was voor de begeleiding van (naam leerling) en zeer snel heeft opgegeven. Er diende derhalve een nieuwe, geschikte, begeleider gezocht te worden. Dat is echter niet gelukt. De Commissie heeft niet kunnen vaststellen dat de school hierin is tekortgeschoten. School heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich veel moeite heeft getroost om een geschikte begeleider voor (naam leerling) te vinden. Er was echter geen passende begeleider voorhanden. Het feit dat de problematiek, onder meer door het grote tijdsverloop, dermate complex was geworden heeft het vinden van een geschikte begeleider nog verder bemoeilijkt.De Commissie merkt in dit verband tevens op dat zij niet heeft kunnen vaststellen of (naam leerling) – gelet op het tijdsverloop en de daarvan afhankelijke ontwikkelingen – nog wel gebaat was bij de in oktober 2017 voorgestelde begeleiding. De situatie was inmiddels dusdanig veranderd dat het de vraag was of het inzetten van hulp in de klas nog wel een passend middel was om het gewenste doel te bereiken. De Commissie acht de klacht op grond van het voorgaande ongegrond.Het tweede klachtonderdeel betreft Gedwongen plaatsing in de observatiegroepDe Commissie stelt vast dat de school na het falen van de gearrangeerde begeleiding handelingsverlegen was. De klas waarin (naam leerling) zat was niet passend voor hem en begeleiding was niet voorhanden en/of bood geen uitkomst. Het gedrag van (naam leerling) had daarnaast grote (negatieve) invloed op de klas en was tevens schadelijk voor hemzelf. Het is begrijpelijk dat de school onderzoek wilde laten doen om inzicht te krijgen in de achtergrond van de problematiek. In de observatieklas zou daarnaast worden onderzocht wat passend onderwijs voor (naam leerling) zou zijn.Het tweede klachtonderdeel richt zich tegen het feit dat klagers zijn gedwongen om toestemming te geven om (naam leerling) in een observatiegroep te plaatsen.Klagers wilden aanvankelijk geen toestemming geven voor deze onderzoeken en observaties. Hierdoor kon de school geen inzicht krijgen in de ondersteuningsbehoefte van (naam leerling) en konden zij hem niet langer passend onderwijs bieden.Naar het oordeel van de Commissie heeft verweerder op grond van het bovenstaande in redelijkheid kunnen besluiten om tot verwijdering over te gaan als geen toestemming voor plaatsing in de observatiegroep zou worden gegeven. De klacht is ongegrond.