Klacht over schorsing, proportionaliteit. Klacht deels gegrond.
Bij klachten over ongewenst intimiderend gedrag is de perceptie van het slachtoffer leidend. Vanwege het onveilige gevoel dat bij de onderwijsassistent en haar collega’s door het gedrag van de leerling is ontstaan, heeft de school terecht een maatregel aan de leerling opgelegd. Een interne schorsing kan niet slechts vanuit praktische overwegingen “verzwaard” worden naar een externe schorsing. De externe schorsing is niet proportioneel. Het komt de Commissie voor, dat gezien het aanbod om de schorsing uit het leerling dossier te halen, de school de omstandigheid van de externe schorsing heeft willen verzachten. Een interne opgelegde schorsing als maatregel, zou redelijk geweest zijn gezien de omstandigheden en gezien de ernst van het voorval. Daar de schorsing op verzoek van klager is verplaatst naar een voor hem geschikter moment en ook uit het leerling dossier zal worden verwijderd, is klager verder niet in zijn belangen geschaad. Door het bevoegd gezag is reeds geoordeeld dat de procedure met betrekking tot het eerste schorsingsbesluit niet juist gevolgd is. Omdat het schoolbestuur dit klachtonderdeel al gegrond heeft verklaard, heeft klager geen belang meer bij behandeling van dit onderdeel van de klacht door de Commissie. De omissie in de procedure is in tweede instantie hersteld. De procedure met betrekking tot het herstelde schorsingsbesluit is juist gevolgd.