Klacht over preventieve verplichting tot dragen van mondkapjes bij verplaatsingen binnen school. Klacht ongegrond.
(Preventieve) verplichting tot het dragen van een mondkapje bij verplaatsingen in de school. Klacht ongegrond.De Commissie merkt allereerst op dat de school bij het vaststellen en uitvoeren van het maken van schoolregels een grote mate van vrijheid geniet. De Commissie toetst slechts marginaal. De gevolgen van de (maatregelen ter bestrijding van) het Covid-19 virus hebben voor scholen, leerlingen en ouders een ongekende situatie meegebracht. Er is van alle betrokken partijen veel verwacht. De school heeft zich in dat kader op het standpunt gesteld dat het voor leerlingen verplicht was om bij verplaatsingen binnen de school een mondkapje te dragen. Naar opvatting van de Commissie is dit een te verdedigen besluit geweest, dat na een zorgvuldige afweging en dat op basis van de daartoe geëigende procedures tot stand is gekomen. De Commissie kan zich de scepsis bij klaagster overigens wel voorstellen, nu het dragen van een mondkapje niet onomstreden was. Echter, gelet op de groeiende maatschappelijke opvatting dat het dragen van een mondkapje een bijdrage levert aan het inperken van het Covid-19 virus en de gevolgde wettelijke verplichting is de door de school genomen beslissing niet onbegrijpelijk en kennelijk onredelijk te noemen.