Klacht over onveilige schoolomgeving en inzet van ouders. Klacht ongegrond.
Situatieschets
Klagers zijn ouders van een minderjarige leerling.
Klagers stellen dat hun zoon door een moeder van een andere leerling wordt gepest. Deze moeder is vaak op school om te helpen bij verschillende activiteiten; daarnaast is ze aanwezig bij de bijlessen. De zoon van klagers is bang is voor deze moeder en wil daarom niet meer naar school.
Klagers voelen zich door de schoolleiding niet gehoord. Ze zijn van mening dat de schoolleiding niets tegen deze moeder doet omdat ze een vriendin is van de directrice en ze veel voor de school doet.
Uitspraak
De Commissie oordeelt dat de klacht ongegrond is maar ziet wel aanleiding voor een aanbeveling.
De Commissie stelt vast dat partijen van mening verschillen en elkaar tegenspreken voor wat betreft hetgeen zich op de verschillende momenten heeft voorgedaan tussen de zoon van klagers en de moeder van een andere leerling. Omdat verdere aanknopingspunten ontbreken kan de Commissie niet vaststellen wat zich feitelijk heeft tussen hen heeft voorgedaan.
Het is de Commissie wel duidelijk geworden dat de zoon van klagers heel angstig is. Of die angsten door de desbetreffende moeder worden veroorzaakt kan de Commissie niet vaststellen.
Het gegeven dat de zoon van klagers zich niet veilig voelt op school is op zichzelf, naar het oordeel van de Commissie, voor de school reden genoeg om maatregelen te nemen. Ook al herkent de school zich niet in de aantijgingen van klagers, van haar als professionele partij mag worden verwacht dat zij adequate maatregelen neemt om het gevoel van onveiligheid weg te nemen. De school heeft reeds enkele maatregelen genomen. Voorkomen dat de zoon van klagers met deze moeder in contact komt, kan echter niet van de school worden verlangd omdat zij voor een aantal activiteiten afhankelijk is van de inzet van ouders waaronder deze moeder, en deze moeder ook niet meer dan andere ouders voor activiteiten wordt ingezet. Het is terecht dat de school alle ouders op gelijke wijze wil behandelen, zolang er geen reden is om van dit uitgangspunt af te wijken.
Een rigoureuze oplossing zou zijn dat de school zowel klagers als de moeder/ouders van de andere leerling niet meer toelaat op school omdat alleen dan confrontatie tussen beiden kan worden voorkomen. Dat is echter niet aan de Commissie maar aan de school om te bepalen.
De Commissie adviseert het bestuur:
- de school op te dragen om de mogelijkheden te onderzoeken naar het (verder) voorkomen van contact tussen de zoon van klagers en de betreffende moeder; en
- een mediationgesprek te arrangeren en faciliteren tussen klagers en de betreffende moeder en in gezamenlijk overleg met klagers en hun gemachtigde een mediator aan te wijzen.