Klacht over intimidatie, overschrijdend gedrag, onveilig schoolklimaat en het tekort schieten van bestuur en management
Situatieschets
Klaagster stelt dat de school onvoldoende heeft gedaan aan het grensoverschrijdend gedrag van een medeleerling (versturen van kinderporno en seksuele intimidatie). De school heeft ook onvoldoende gegaan aan het intimideren van haar zoon en het grensoverschrijdende gedrag door de mentor en diverse leerkrachten. Er was volgens klaagster sprake van een onveilig schoolklimaat, waar onvoldoende tegen is opgetreden door het management en bestuur van de school.
Uitspraak
De Commissie constateert dat leerlingen uit de klas van de zoon van klaagster een WhatsApp-groepsapp hebben opgericht zonder betrokkenheid van de school. De school kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de berichten die in deze app worden gewisseld. De school heeft wel een inspanningsverplichting om ongepast gedrag te voorkomen. De school heeft, naar het oordeel van de Commissie, adequaat gereageerd op incidenten. De school deelde informatie over de app met ouders en nam passende maatregelen. Het is niet de taak van de school om klaagster op de hoogte te stellen van de dossiers van andere leerlingen. Incidenten tussen leerlingen en ongepaste berichten kunnen niet volledig worden voorkomen, de school heeft adequaat gehandeld. Klacht ongegrond.
De Commissie heeft de beschreven gebeurtenissen niet kunnen vaststellen wegens tegenstrijdige lezingen. De school beschouwt klachten als maatwerk, terwijl klaagster meer actie eist voor haar zoon. Klaagster ziet geen grenzen aan wat de school in haar visie zou moeten doen en/of nalaten om een goede, veilige en passende onderwijsplek aan haar zoon te bieden. De school heeft dit belang eveneens voor ogen, maar dient daarentegen haar grenzen te bewaken en de regie voor ogen te houden. Dit alles maakt dat niet is vast komen te staan dat de (sociale) veiligheid binnen de school onvoldoende is gewaarborgd. De Commissie verklaart de klacht ongegrond.
De school moet een veilige omgeving bieden voor leerlingen, maar het individuele gevoel van veiligheid kan verschillen. Een klacht over onveiligheid is alleen gegrond bij verwijtbaar handelen van de school. Klaagster meldt gedragingen die haar zoon onveilig zouden hebben laten voelen, maar een door haar zoon ingevulde Sociale Competentie Observatie laat een ander beeld zien. De Commissie kan niet vaststellen of de school wist dat de zoon van klaagster zich onveilig voelde, dus kan zij niet oordelen of interventies nodig waren. Gelet hierop komt de Commissie tot de conclusie dat niet is gebleken dat de school onzorgvuldig heeft gehandeld en sprake was van een onveilige onderwijsomgeving.