Klacht over het advies van de school om leerling op het SO te plaatsen
Situatieschets
Klagers zijn het niet eens met het advies en de dwang vanuit de school om hun dochter te plaatsen op een school voor speciaal onderwijs. Klagers weigeren hun toestemming, hebben direct bezwaar gemaakt tegen het advies van de school maar hebben hierop nooit een reactie ontvangen. Klagers voelen zich niet gehoord door de school. Klagers stellen dat hun dochter niet aan de vereisten voldoet om naar een school voor speciaal onderwijs te gaan. De dochter van klagers heeft geen psychische en/of gedragsproblemen en haar IQ is iets onder het gemiddelde. De dochter van klagers heeft wel twee jaar achterstand, dit als gevolg van te lang kleuteren en het ontbreken van ondersteuning door de school tijdens de coronaperiode. De school is verantwoordelijk voor de achterstand van de dochter van klagers omdat er in het verleden veel fouten zijn gemaakt en hulp/ondersteuning achterwege zijn gebleven. Klagers benadrukken dat de school de houvast van hun dochter is. Het is voor klagers en hun dochter dan ook belangrijk dat de dochter van klagers op de school kan blijven.
Uitspraak
Gezien de verstreken tijd is de klacht over de verlengde kleutertijd van de dochter van klagers niet-ontvankelijk. De Commissie merkt hier nog wel over op dat de school niet heeft afgeweken van het op dat moment bestaande beleid. Het betreffende beleid komt ook niet onredelijk voor. De Commissie overweegt dat niet kan worden vastgesteld dat de achterstand van de dochter van klagers is ontstaan als gevolg van het jaar extra kleuteren. De school heeft bovendien adequaat gehandeld tijdens de coronapandemie. Het is de Commissie gebleken dat klagers het verschil tussen speciaal onderwijs (SO) en speciaal basis onderwijs (SBO) niet begrepen. De begeleiding en de communicatie van klagers met betrekking tot het verschil tussen SO en SBO had beter gekund. De school heeft zich ook onvoldoende gerealiseerd hoe belangrijk het voor de dochter van klagers was om in haar vertrouwde omgeving te blijven. De Commissie meent dat de problemen tussen partijen grotendeels opgelost kunnen worden door met elkaar in gesprek te gaan ter voorbereiding op de overstap. Partijen zijn er van doordrongen dat de dochter van klagers begeleiding nodig heeft bij haar achterstand. De Commissie stelt vast dat de school voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij op goede gronden tot het SBO-advies heeft kunnen komen. De klachten zijn ongegrond.