Klacht over grensoverschrijdend gedrag in appgroep

Situatieschets

De zoon van klaagster heeft ’s avonds laat in de groepsapp van de klas vragen gesteld aan de mentor. De mentor heeft aangegeven niet bereikbaar te zijn, de zoon van klaagster heeft daarop geprobeerd te bellen naar de mentor. De mentor heeft de zoon van klaagster daarop geblokkeerd. Via de groepsapp heeft de zoon van klaagster zijn klasgenoten gevraagd de mentor te bellen omdat hij geblokkeerd was. De mentor voelde zich onheus bejegend en heeft de groepsapp verlaten. Twee andere leerlingen hebben, naar aanleiding van de oproep van de zoon van klaagster, naar de mentor gebeld, dit is doorgegaan tot 1 uur ’s nachts. De school heeft het gedrag bestempeld als grensoverschrijdend gedrag. De school heeft de leerlingen uitgesloten van deelname aan de cultuurreis naar Amsterdam. De leerlingen, waaronder de zoon van klaagster, hebben een vervangende opdracht moeten maken. Klaagster vindt hetgeen is voorgevallen geen grensoverschrijdend gedrag en zij vindt de straf die is toegepast absoluut niet in verhouding staan tot hetgeen is voorgevallen. De mentor heeft ook niet gehandeld conform het geldende protocol sociale media, daarin staat dat docenten geen privételefoonnummers en social media behoren te delen met leerlingen.

Uitspraak

De Commissie concludeert dat het aanmaken van een groepsapp door de mentor op grond van het protocol geoorloofd is. De Commissie oordeelt dat naar aard en uitwerking sprake is van een professionele appgroep, de mentor neemt deel in het kader van haar functie. De Commissie heeft niet kunnen vaststellen dat de docent aan het begin van het jaar de gedragsregels van de app met de groep heeft besproken, de directeur heeft bevestigd dat dit in ieder geval niet als vast punt is opgenomen in het lesprogramma. Evenmin is het nieuwe protocol sociale media met de leerlingen besproken. De Commissie oordeelt dat de school, samen met de ouders, de pedagogische verantwoordelijkheid heeft met leerlingen het gesprek aan te gaan over algemeen geaccepteerde normen en waarden. De Commissie oordeelt dat het sturen van de berichten laat op de avond niet direct als grensoverschrijdend aan te merken zijn. Dit is echter niet het geval voor telefoonoproepen. De Commissie deelt het oordeel van de school dat sprake was van vervelend, puberaal en onacceptabel gedrag waarvan de betrokken leerlingen moeten weten en moeten leren dat dit niet kan. Dat er een pedagogische maatregel verbonden is aan het gedrag acht de Commissie terecht.

Aanbeveling

De Commissie adviseert het protocol sociale media in voor leerlingen begrijpelijke taal op te stellen en het men hen te bespreken. De Commissie adviseert het in verkorte vorm op te nemen in het leerlingenstatuut.