Klacht over een schorsing van een leerling en de klachtafhandeling. Klacht deels gegrond, deels ongegrond.
De situatie |
Op 25 april 2024 is de leerling weggelopen van de school. De school heeft de ouders gebeld met het verzoek om de leerling terug te brengen. De leerling wordt voor terugkeer naar de school uitgenodigd voor een gesprek. De leerling kan die dag niet komen en de school doet een voorstel om het gesprek telefonisch te doen. De leerling belt niet. Later komt het tot een telefonisch contact tussen de leerling en de directeur. De leerling uit zich brutaal en de directeur neemt contact op met klager om het gesprek aan te gaan. Op 13 mei 2024 vindt een gesprek plaats tussen klagers, de directeur en bestuurder. De verstandhoudingen zijn door dit gesprek verslechterd. De school neemt het besluit om de leerling nog niet op de school toe te laten. De leerling krijgt vanaf 16 mei 2024 thuisonderwijs, omdat de school door het niet willen maken van afspraken de veiligheid niet kan garanderen en daarvoor geen verantwoordelijkheid wil dragen. |
Oordeel van de Commissie |
De klacht ten aanzien van de schorsing is gegrond. De klacht met betrekking tot de klachtafhandeling is ongegrond. |
Schorsing |
Wanneer een leerling niet wordt toegelaten tot het klassikaal onderwijs, dan neemt de school in feite een time-out voor langere tijd. De time-out naar aanleiding van het incident van 25 april 2024 is proportioneel en de juiste procedure is gevolgd. De Commissie stelt vast dat de leerling na de meivakantie niet meer welkom was op de school, waardoor feitelijk sprake was van een verwijdering. De school heeft een discretionaire bevoegdheid bij de beoordeling of het gedrag van een leerling al dan niet noopt tot een feitelijke verwijdering. De waarborgen van passend onderwijs dienen daarbij in acht genomen te worden. De regels rondom schorsing en verwijdering zijn volgens de Commissie niet gevolgd. Het niet kunnen aangaan van een dialoog met ouders maakt het niet verschoonbaar om een langere schorsingsperiode aan te houden. |
Klachtafhandeling |
De formele opstelling van klager heeft er mede toe geleid dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan en de leerling daardoor niet meer naar de school kon terugkeren. De school heeft verschillende malen geprobeerd om het gesprek met klager aan te gaan, maar dit stuitte op weerstand. De Commissie kan niet vaststellen dat de school tekort is geschoten in de afhandeling van de klacht. |