Klacht over beleid hoogbegaafdheidsonderwijs en functioneren MR
Beleid van bestuur en school in het kader van een voorziening hoogbegaafdenonderwijs. Toetsing van het functioneren van de MR door de Commissie:De school heeft een programma aan ouders gepresenteerd waaraan door de school niet is voldaan. Dit is aan verweerder toe te rekenen. De verwachtingen zijn niet waargemaakt. Er was geen reële verwachting van het programma bij de start. Het komt de Commissie voor alsof er in plaats van een gedegen vorm van onderwijs, aan een experiment is begonnen. De besluitvorming hiertoe oordeelt de Commissie inderdaad klachtwaardig. De Commissie acht de klacht op dit onderdeel gegrond, daar er verwachtingen zijn gewekt en het beleid niet is uitgevoerd zoals dit aan ouders is voorgespiegeld. De klachten over het opzeggen van de samenwerking met HB-initiatief en het wijzigen van het beleid oordeelt de Commissie ongegrond. Er is niet vastgesteld dat er sprake was van bindende afspraken tussen HB-initiatief en de Stichting. Noch waren de plannen voor de opstart van het *-onderwijs binnen de daarvoor gestelde kaders van beleid en medezeggenschap vastgesteld. Volgens de Commissie heeft het bestuur haar verantwoordelijkheid genomen door weer te gaan besturen; een taak waarvoor zij aangesteld is.De rol van de Commissie, bij toetsing van het functioneren van de MR, is beperkt. De Commissie dient te toetsen of de Stichting ervoor zorg heeft gedragen dat er een adequaat functionerend medezeggenschapssysteem binnen de school aanwezig is. De Commissie constateert dat de beginselen van medezeggenschap bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan door school voldoende zijn gevolgd. De Commissie heeft niet kunnen vaststellen dat er tekortkomingen zijn geweest. De MR is geïnformeerd en heeft in een aantal zaken adviesrecht gehad. Tevens is er een *-ouder binnen de MR aangesteld. De Commissie heeft verder geen aanknopingspunten gevonden die aanleiding geven tot kritiek op het handelen van de MR zelf. Tenslotte kent medezeggenschap een eigen geschillenregeling. De MR kan volgens de artikelen 31 en 37 jo. artikel 31 van de WMS zelfstandig een geschil indienen. Voor de Commissie is hier geen rol in weggelegd. De klacht is gedeeltelijk gegrond.