Klacht over aanpak veelvuldig pestgedrag, niet onderzoeken pestincident, informatieverstrekking niet gezaghebbende ouder.
Aanpak veelvuldig pestgedrag, het niet onderzoeken van een voorgedaan incident en het verstrekken van informatie aan een niet gezaghebbende ouder. Klachtonderdeel met betrekking tot het niet onderzoeken van een incident is gegrond, alle overige klachtonderdelen zijn hetzij niet-ontvankelijk, hetzij ongegrond.De klacht gaat over het handelen van de school in verband met veelvuldig pesten van een leerling. De leerling wordt structureel door een medeleerling gepest. De medeleerling wordt hierop niet aangepakt door de school, sterker nog klaagster meent dat de school de leerling in bescherming neemt. Daarnaast klaagt klaagster over het niet onderzoeken van een incident dat zich tussen haar zoon en een medeleerling heeft voorgedaan. Haar zoon heeft hierbij schade aan een van zijn ledematen opgelopen en ervaart nog altijd pijn hieraan. Tot slot heeft de school ten onrechte informatie verstrekt aan de vader van de zoon van klaagster, zijnde de niet gezaghebbende ouder. De school stelt dat klaagster ten aanzien van een deel van de klachten niet-ontvankelijk verklaard dient te worden omdat deze personen niet vallen onder het reglement van de Commissie. Een deel van de klachten valt tevens buiten de termijn die hiervoor staat. De school erkent het ten onrechte verstrekken van informatie en heeft hiervoor excuses aangeboden aan klaagster. Voor wat betreft de overige klachten is de school van mening dat zij alles in haar macht heeft gedaan de situatie te verbeteren en zeker niet heeft bijgedragen aan het in de klas vertoonde pestgedrag. Met betrekking tot het ten onrechte verstrekken van informatie aan de niet gezaghebbende vader heeft het schoolbestuur erkend onjuist te hebben gehandeld, de klacht gegrond verklaard en excuus aangeboden. De Commissie wenst het volgende onder de aandacht te brengen met betrekking tot het geven van informatie door school aan de niet gezaghebbende ouders. Art. 11 Wet op het primair onderwijs (WPO) bepaalt dat een school rapporteert over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders. Ook een ouder die niet het ouderlijk gezag over zijn kind heeft, heeft desgevraagd recht op informatie van de school. Dit is geregeld in artikel 1:377c van het Burgerlijk Wetboek. Op grond van het artikel zijn er twee uitzonderingen op het informatierecht, namelijk: 1) het verstrekken van informatie is niet in belang van het kind, en 2) de school zou de informatie ook niet aan de gezaghebbende ouder hebben verstrekt.Voorts stelt de Commissie vast dat klaagster klachten heeft ingediend tegen een groot aantal personen. Zij heeft een uitgebreid feitenrelaas aan de Commissie toegezonden. Aan verschillende personen en aan de schoolorganisatie als geheel zijn stevige beschuldigingen geuit. De Commissie heeft ter zitting geconstateerd dat er tussen klaagster en verweerders een uiterst moeizame relatie is ontstaan. De houding van beide partijen heeft er toe geleid dat een vertrouwensbreuk tussen is ontstaan. Die breuk heeft er kennelijk toe geleid dat geen verder onderzoek is gedaan naar de feiten en omstandigheden die de directe aanleiding zijn geweest voor klaagster om haar zoon van school te halen, te weten het incident. Deze handelswijze van de school verdient naar oordeel van de Commissie niet de schoonheidsprijs. De Commissie verklaart de klacht gegrond voor wat betreft het uitblijven van een onderzoek van het schopincident. Voor het overige verklaart de Commissie de klachten hetzij niet ontvankelijk, hetzij ongegrond.