Groepsindeling en communicatie
Situatieschets
Op 23 juni 2023, twee weken voor de zomervakantie, hebben klagers de groepsindeling voor het nieuwe schooljaar ontvangen voor hun zoon. De zoon van klagers blijkt bij de indeling in een andere groep te zijn geplaatst dan zijn vriendjes. Klagers zijn het niet eens met de groepsindeling en beklagen zich hierover. Klagers stellen dat de school onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van hun zoon, de school niet de juiste procedure heeft gevolg (er is de suggestie gewekt dat de procedure in overleg met de MR tot stand is gekomen) en klagers menen dat de gegevens van de externe vertrouwenspersoon onvoldoende vindbaar zijn. Klagers hebben vraagtekens bij de bereikbaarheid, vindbaarheid en objectiviteit van de interne vertrouwenspersonen.
Uitspraak
Het uitgangspunt bij de beoordeling van klachten over groepsindelingen is dat scholen beleidsruimte hebben om te bepalen hoe ze goed onderwijs willen realiseren. De groepsindeling is daar onderdeel van. De Commissie stelt zich daarom bij de toetsing hiervan terughoudend op.
Het is de Commissie gebleken dat naast groepsgrootte, groepsopbouw en onderwijsbehoefte ook de omgang met klasgenoten is meegenomen bij de groepsindeling. De school heeft daarnaast ouders de ruimte geboden om bij vragen contact op te nemen. De Commissie overweegt dat de school op grond van haar eigen professionele inzicht tot de indeling heeft kunnen komen en dat zij zorgvuldig is geweest in de communicatie over de groepsindeling. De school heeft erkend dat de interne contact- en/of vertrouwenspersonen de contactgegevens van de externe vertrouwenspersoon hadden moeten kennen en hiernaar hadden moeten kunnen verwijzen.
Uit de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) volgt dat instemming en/of advies van de MR nodig is wanneer de groesindeling tot een wijziging in het schoolplan leidt. Dit is in casu niet aan de orde. De door de school in een brief over de groepsindeling gebruikte formulering is niet handig en heeft tot verwarring geleid. De Commissie komt tot het oordeel dat de groepsindeling tijdig aan klagers bekend is gemaakt. Klacht gegrond voor wat betreft de opmerking van de school dat de groepsindeling in overleg met de MR tot stand is gekomen. Klacht voor het overige ongegrond.
Aanbeveling
De Commissie adviseert:
- in het vervolg duidelijk te communiceren wat de rol van de MR is;
- een gesprek te initiëren tussen ouders en directie zodat partijen -in het belang van de zoon van klagers- kunnen bespreken hoe zij in educatief partnerschap met elkaar verder kunnen gaan.