Uitspraak uitgelicht: klacht van moeder met hulphond gegrond
Uitspraak uitgelicht: klacht van moeder met hulphond gegrond
Op 4 november 2021 deed de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs uitspraak in een klacht waarin de vraag aan de orde was of de school moeder de toegang tot school mocht weigeren omdat zij een hulphond heeft en een andere leerling van de school allergisch is voor honden.
De situatie in het kort
Op 10 mei 2019 heeft het CRvdM een uitspraak gedaan inzake de vraag of door de school een verboden onderscheid is gemaakt op grond van handicap of chronische ziekte nu klaagster met haar hulphond het schoolgebouw niet meer mag betreden sinds een leerling met een allergie voor honden op school zit. Het CRvdM heeft deze vraag ontkennend beantwoord en geadviseerd dat de school en klaagster zoeken naar mogelijkheden klaagster te betrekken bij en deelgenoot te laten zijn van schoolactiviteiten waarbij zij niet persoonlijk aanwezig kan zijn, omdat zij niet met haar assistentiehond het schoolgebouw in mag. Een van de te onderzoeken opties zou bijvoorbeeld kunnen zijn om van schoolactiviteiten een filmopname te maken voor klaagster. Tijdens de hoorzitting bleek dat het maken van de filmpjes steeds minder werd in de loop van de tijd. Klaagster was inmiddels al drie jaar niet meer in school geweest.
Beoordeling door de Commissie
De klacht heeft betrekking op het belang van de leerling en de belangenafweging die school heeft gemaakt ten opzichte van het belang van de leerling met de gestelde allergie voor honden. Het CRvdM heeft hier niet over geoordeeld. De klacht wordt ontvankelijk geacht.
Niet is gebleken dat er voldoende aandacht is voor de belangen van de leerling naast de belangen van de allergische leerling. Uit een recent rapport blijkt dat de situatie van de leerling een kwetsbare is. Volgens de Commissie had actiever gezocht moeten worden naar reële alternatieven, zodat de moeder van de leerling de mogelijkheid had om voor belangrijke momenten de school te kunnen betreden. De door school ondernomen acties zijn niet aan te merken als reële alternatieven. De klacht wordt gegrond geacht. De Commissie doet een aanbeveling in het kader van een zoeken naar een oplossing. De schoolarts zou als deskundige kunnen kijken of de mogelijkheid bestaat dat klaagster met hulphond de school in kan en welke mogelijkheden daartoe gecreëerd zouden kunnen worden.