Klacht over schoolklimaat en Passend Onderwijs. Klacht gedeeltelijk gegrond.
Schoolklimaat, communicatie en Passend Onderwijs. 1. Gehoor geven aan bemoeienis van andere ouders De Commissie stelt vast dat de visies van partijen ten aanzien van het gebeurde lijnrecht tegenover elkaar staan. De Commissie kan op basis van de instrumenten die haar ter beschikking staan niet vaststellen dat de verweten bemoeienis daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Dat school gehoor zou hebben gegeven aan onredelijke wensen van ouders uit de klas van L is zodoende niet aannemelijk geworden. Dit klachtonderdeel is ongegrond.2. Optreden tegen discriminatie en pesten De Commissie is van oordeel dat de directrice, door te handelen zoals zij heeft gedaan, niet adequaat heeft gehandeld op de melding van klagers. Gelet op de zorgen van klagers kon de directrice redelijkerwijs niet volstaan met het enkele navragen bij de leerkracht. Bovendien had zij met klagers moeten bespreken wat zij naar aanleiding van hun melding ging ondernemen en hen daarvan een terugkoppeling moeten geven. De Commissie constateert dat de wijze waarop met deze melding is omgegaan ertoe heeft bijgedragen dat klagers zich niet gehoord gevoeld hebben. Dit klachtonderdeel is gegrond.3. Communicatie met directriceOnder punt 3 van het klachtformulier zetten klagers uiteen op welke vlakken de directrice volgens hen tekortgeschoten is in de communicatie. De Commissie constateert dat de door klagers beschreven situaties niet aannemelijk zijn geworden. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.4. Niet (tijdig verzorgen) van passende begeleidingDe Commissie stelt vast dat klagers vanaf 2015 herhaaldelijk hun zorgen over L hebben besproken op school en ondersteuning in de vorm van een arrangement hebben verzocht. School heeft zelf ook meerdere malen geconstateerd dat hulp wenselijk was. Desondanks is zij pas in 2017 daadwerkelijk tot aanvraag van ondersteuning overgegaan. De Commissie overweegt dat school te weinig regie heeft gehad in deze en niet de noodzakelijk ondersteuning heeft geboden, ondanks de hiervoor aanwezige signalen. Dit klachtonderdeel is gegrond. 5. Niet handelen in het welzijn van L De Commissie oordeelt dat – los van de klacht – verdere aanwijzingen dat de leerkracht en IB’er verwijten kunnen worden gemaakt ontbreken, zodat dit niet aannemelijk is geworden. Om die reden is de Commissie van oordeel dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard.