Klacht over onveilig schoolklimaat, opsluiten leerling in toilet. Klacht gedeeltelijk gegrond.
Met betrekking tot het incident in de toiletruimte stelt de Commissie vast dat door de school is toegegeven dat de leerling op 8 maart 2018 door de klassenassistente in de toiletruimte is opgesloten, doordat zij de klink van de ruimte heeft dicht gedraaid. De Commissie constateert dat de school erkent dat dit niet juist is geweest. Hoewel met klaagster is besproken dat leerling om af te koelen apart gezet kan worden en hij dit ook op eigen initiatief kon doen, had de klassenassistente niet de klink van de ruimte dicht moeten draaien. Bovendien had klaagster meteen op dezelfde dag hiervan op de hoogte gesteld moeten worden. Door de directeur is aan klaagster voor het opsluiten en het niet tijdig op de hoogte stellen van het incident excuus aangeboden. Dit klachtonderdeel is derhalve gegrond.Het is de Commissie duidelijk geworden dat de communicatie tussen partijen na het incident niet optimaal is geweest. Hoewel er diverse gesprekken gevoerd zijn en door de school een plan van aanpak is opgesteld is het vertrouwen van klaagster in de school beschadigd geraakt. De Commissie is van oordeel dat het begrijpelijk is dat, gelet op het feit dat de school heeft toegegeven dat de deur op slot ging, klaagster zich zorgen maakte over de situatie rondom haar zoon in de betreffende klas. De school heeft zich echter ingespannen om de schoolgang van de leerling zo spoedig mogelijk weer op gang te brengen, op de school zelf, of op een andere school. De Commissie is van oordeel dat het niet aan de school heeft gelegen dat dit proces zolang heeft geduurd.De klacht is gedeeltelijk gegrond.