Klacht over aansprakelijkheid en bejegening na ongeluk in gymles. Klacht ongegrond.
Toedracht, bejegening en aansprakelijkheid tijdens ongeluk bij de gymles op school.De Commissie heeft begrepen dat de verzekeringsmaatschappij - van het bevoegd gezag - opdracht gegeven heeft aan een onafhankelijk en landelijk werkend bureau dat onder andere voor verzekeraars onderzoek verricht naar letselschade. Dit bureau heeft begin februari 2018 vastgesteld dat de school niet aansprakelijk kan worden gesteld voor het incident. Wanneer partijen in een dergelijke procedure samen niet uit de aansprakelijkheidskwestie komen, kan het nodig zijn om de rechter een oordeel te vragen over deze kwestie.De Commissie beschikt niet over voldoende middelen en bevoegdheden om een uitgebreid onderzoek naar de toedracht van het ongeval uit te voeren. De Commissie is dan ook van oordeel dat gelet op de ernst en de aard van dit ongeval deze kwestie en de daaraan verbonden rechtsvragen aan de civiele rechter dienen te worden voorgelegd.Tijdens de hoorzitting, maar ook uit de stukken, is gebleken dat de school zich voldoende heeft ingespannen om (naam leerling) waar nodig te ondersteunen en zich begripvol heeft opgesteld. Dat de bewoordingen van de reacties van medeleerlingen niet altijd aansluiten bij de beleving van klagers, kan daar niet aan afdoen. De Commissie heeft geen aanwijzingen dat de school haar rol niet serieus heeft genomen.Ook is de Commissie gebleken dat de school en het bevoegd gezag wel contact hebben gezocht met klagers, maar dat klagers zelf het contact hebben afgehouden. Dit bemoeilijkt het herstel van het onderlinge relatie. In dit kader merkt de Commissie aanvullend op dat het herstel van het onderlinge contact -waarvoor beide partijen zich dienen in te zetten- geen makkelijke opgave zal zijn, daar partijen zijn verwikkeld in een letselschadezaak en de kinderen van klagers inmiddels op een andere school zitten. De klacht is ongegrond.