Klacht over Passend Onderwijs en onveilig schoolklimaat speciaal onderwijs
Passend Onderwijs en onveilig schoolklimaat speciaal onderwijs [naam leerling]vertoonde in de periode van oktober 2017 tot en met januari 2018 hevige gedragsproblemen op school. In de voornoemde periode hebben zich diverse incidenten voorgedaan waarbij [naam leerling] in de afzonderlijke ruimte werd gezet en er werd ingegrepen door het onderwijzend personeel. Klagers zijn van mening dat het handelen van de school [naam leerling] heeft beschadigd en willen dat dit wordt erkend. Gebleken is dat de ingezette interventies averechts werkten bij [naam leerling] en dat klagers en overige betrokkenen hier herhaaldelijk over hebben gesproken met de school. Van de school mag in een dergelijke situatie worden verwacht dat zij nadenken over een aanpak die effectiever zou werken in de situatie van [naam leerling]. De Commissie is dan ook van oordeel dat de school niet adequaat op de problematiek van [naam leerling] heeft gereageerd.De Commissie heeft vastgesteld dat de ouders onjuiste verwachtingen hadden van de school. Zij waren in de veronderstelling dat de school de gedragsproblemen van [naam leerling] kon begeleiden. Het is hen echter pas achteraf duidelijk geworden dat de school geen of weinig expertise had voor kinderen met internaliserende gedragsproblemen zoals autisme en het onderwijsprogramma meer gericht was op kinderen met externaliserende problemen. Het komt aan de Commissie voor dat de ouders niet goed zijn begeleid bij de Toelatingsverklaring (TLV) van [naam leerling]. Deze TLV is volgens ouders “via via” getekend. De rol van de IB-er van de voormalige school en het samenwerkingsverband is onduidelijk. De specifieke behoeften van [naam leerling] zijn bij aanmelding op deze school onvoldoende gewogen. Concluderend stelt de Commissie vast dat de overplaatsing van [naam leerling] naar de school niet goed is verlopen; de school bleek achteraf gezien, niet voldoende geschikt voor een kind zoals [naam leerling]. Dit is de bron is geweest voor het ontstaan van de problemen die zich in de maanden daarna hebben voorgedaan. De Commissie oordeelt dat school [naam leerling] ofwel niet had moeten toelaten ofwel een speciaal plan van aanpak had moeten opstellen om [naam leerling] op de juiste wijze te begeleiden. Het bevoegd gezag heeft dit erkend, ter zitting excuus gemaakt en aangegeven dat dit niet zo had mogen gebeuren. De Commissie acht de klacht van klagers over het toepassen van de interventies dan ook gegrond. Indien de school bij de intake duidelijk in kaart had gebracht wat de problematiek van [naam leerling] was, was vooraf duidelijk geweest dat de gebruikelijke interventies niet zouden werken bij een jong kind met de problematiek van [naam leerling]. De klacht is gegrond.