Klacht over schending van privacy. Klacht niet-ontvankelijk.
Schending van de privacy van klager door leerkracht is niet ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.Klager heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat hij op 2 mei 2018 door de politie tijdens zijn verhoor in kennis is gesteld van het feit dat de echtgenoot van de leerkracht van zijn zoontje aangifte tegen hem had gedaan wegens seksueel misbruik.Op 6 mei 2019 heeft klager zijn klacht over de schending van zijn privacy door de leerkracht bij de Commissie ingediend.Verweerder heeft tijdens de hoorzitting expliciet een beroep gedaan op niet ontvankelijkheid van de klacht wegens overschrijding van de termijn van indienen.Klager heeft aangegeven de klacht nu pas nu ingediend te hebben op aanraden van zijn advocaat. Zijn advocaat heeft aan klager geadviseerd de klacht pas in te dienen zodra het proces rondom deze aanklacht afgerond zou zijn. Op 18 april 2019 is klager ervan in kennis gesteld dat de aanklacht wegens gebrek aan bewijs is geseponeerd.De Commissie is van oordeel dat de termijn van 1 jaar is overschreden. Hoewel de Commissie, onder omstandigheden, bereid is gebleken een ruimere termijn te hanteren, ziet zij geen aanleiding hiertoe in dit geval te besluiten.Gegeven het feit deze kwestie al een jaar speelt en klager tijdens de hoorzitting bij de Commissie op26 oktober 2018 in aanwezigheid van hetzelfde bestuur bewust deze informatie achtergehouden heeft, had hij zich in een eerder stadium tot de Commissie kunnen wenden. De Commissie acht dan ook termen aanwezig de klacht wegens schending van privacy niet-ontvankelijk te verklaren. Hierdoor komt de Commissie niet aan een verdere beoordeling van dit klachtonderdeel toe.Met betrekking tot het verzoek van klager om de beprekende maatregelen te wijzigen of op te heffen oordeelt de Commissie dat hier geen grond voor bestaat nu er geen sprake is van gewijzigde voorwaarden en/of omstandigheden.