Klacht over pesten. Klacht gedeeltelijk gegrond.
Pesten en onveilige omgeving op school.Voorop staat dat een school haar leerlingen een veilige omgeving moet bieden. Daarna komt de vraag of de school adequaat is opgetreden tegen het pesten en in dit verband gedaan heeft wat redelijkerwijs verwacht mag worden. Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de school serieus en voortdurend bezig is geweest om het pesten ten aanzien van L tegen te gaan. De school heeft signalen van klagers dat L gepest zou worden opgepakt en heeft in dit kader maatregelen genomen om een zo veilig mogelijke schoolomgeving te bieden. Van onzorgvuldig of inadequaat handelen is de Commissie niet gebleken. De Commissie acht dit klachtonderdeel dan ook ongegrond. Toen L in januari 2016 werd overgeplaatst naar een andere klas, hebben klagers aangegeven dat zij nog vertrouwen hadden in de school en dat L niet zou wisselen van school. In de periode hierna heeft de school volgens de directeur maximaal geïnvesteerd in oudercontacten en gesprekken met ouders om te komen tot een integrale aanpak. Ondanks de opschaling bleven klagers met het gevoel achter dat de school geen daadwerkelijke actie heeft ondernomen tegen de pesters. De Commissie is op basis van de voorhanden zijnde informatie van oordeel dat de school onvoldoende terugkoppeling heeft gegeven aan klagers over de genomen maatregelen en in te zetten acties. Het gegeven dat de school de privacy van alle leerlingen in acht moet nemen doet hier niet aan af. Dit gebrek aan communicatie heeft uiteindelijk geleid tot een vertrouwensbreuk, waarmee het belang van L niet gediend was. De Commissie acht dit klachtonderdeel gegrond. De klacht is gedeeltelijk gegrond.