Klacht over pedagogische begeleiding. Klacht ongegrond.
Pedagogische begeleiding.De Commissie stelt vast dat klagers handelen vanuit de zorg die zij voor L hebben.Klagers zijn verontrust over het feit dat, ondanks het advies van de school dat L twee keer groep 3 over moest doen, in groep 4 en daarna blijkt dat zijn prestaties achterblijven.In groep 4 krijgen klagers te horen dat de Citoscore van L eind groep 3 foutief is ingevoerd. Klagers stellen dat toen de scores over de gehele linie foutief zijn ingevoerd.De school geeft aan dat dit alleen het onderdeel Begrijpend Lezen betreft. Klagers stellen dat naar aanleiding van de foutieve invoer en het achterblijven van de prestaties met de oude directeur is afgesproken dat er een capaciteitenonderzoek uitgevoerd zou worden door de school, waarna er een plan van aanpak opgesteld zou worden. De nieuwe directie zegt niet van deze afspraken op de hoogte te zijn.Doordat partijen hier tegengestelde standpunten hebben kan de Commissie niet vaststellen wat de precieze gang van zaken geweest is. De Commissie kan dit klachtonderdeel dan ook niet gegrond verklaren. Wel ligt hier naar het oordeel van de Commissie de oorsprong van de klacht. Nadat de school deze fout gemaakt heeft, hebben klagers het gevoel gekregen dat zij “er bovenop” moesten blijven zitten. Ook zijn klagers van mening dat de school haar afspraken over de begeleiding van L niet nakomt, waardoor er grote onvrede met het beleid van de school is ontstaan. De Commissie is van oordeel dat de school verder is gegaan in de interactie met klagers dan verwacht mag worden. Naar het oordeel van de Commissie is de hoeveelheid correspondentie en vragen van klagers aan de school uit de hand gelopen en is de school overvraagd geraakt. Helaas is uiteindelijk mede hierdoor de communicatie in een neerwaartse spiraal geraakt, waardoor de bestuurder op 29 september 2016 klagers heeft laten weten dat alleen nog via de directeur gecommuniceerd mocht worden.De Commissie constateert dat de school en klagers van mening verschillen over de manier waarop de school ondersteuning moet bieden. L presteert binnen een bepaalde range en krijgt RT aangeboden op de school. De school ziet dan ook geen aanleiding een capaciteitenonderzoek uit te voeren. De school stelt dat de basisvaardigheden van L in orde zijn, maar dat het vooral werkhoudingsproblematiek betreft. De Commissie kan de redenatie van de school volgen dat L, gezien zijn scores niet voor extra ondersteuning door het Samenwerkingsverband in aanmerking komt. Door de school wordt RT gegeven binnen de groep in de vorm van verlengde instructie in een kleine groep. Dit is ook met klagers besproken. Naar het oordeel van de Commissie is de door school geboden ondersteuning voldoende. Er is door de school in groep 6 zelfs meer ondersteuning aangeboden dan nodig was. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.De Commissie stelt vast dat klagers met de ondersteuning niet tevreden zijn en zelf RT hebben ingeschakeld buiten school. Er is echter geen sprake van samenwerking tussen klagers en school. Er wordt door de RT-er niet overlegd met de school, of naar de school teruggekoppeld. De Commissie is van oordeel dat het wel in het belang van L is om deze informatie met school te delen. Ook hier is het van belang dat partijen duidelijk afspraken maken over de communicatie.Met betrekking tot het vergoeden van de kosten heeft de Commissie van de wetgever niet de bevoegdheid gekregen om een uitspraak te doen over een verzoek tot vergoeding van de kosten.De klacht is ongegrond.