Klacht over Passend Onderwijs, Schorsing en communicatie. Klacht ongegrond.
Passend onderwijs en schorsing van leerling met gedragsproblemen n.a.v. incident mbt fysieke mishandeling van leerling door IB-er.Niet vastgesteld kan worden wat zich daadwerkelijk afgespeeld heeft op 19 juni 2018. Wel ziet de Commissie dat klagers steeds in de gelegenheid zijn gesteld dit incident met de school en het bestuur te bespreken. Ook hebben zij hun visie mogen toevoegen aan het gespreksverslag van 20 juni 2018. Uit dit handelen van de school en het bestuur volgt dat er op een serieuze en zorgvuldige manier is omgegaan met dit incident. Klagers hebben aangegeven dat zij niet gehoord zijn door de school in de aanloop naar de schorsing. Dit wordt weerlegd door de gespreksverslagen die overlegd zijn door de school. Gebleken is dat er sprake was van verslechterd gedrag van (naam leerling) dat ook niet meer gecorrigeerd kon worden. Gezien de ernst van het gedrag kan de Commissie de redenering van de school volgen dat het noodzakelijk was om snel actie te ondernemen en tot een schorsing over te gaan. De Commissie begrijpt dat dit voor klagers moeilijk te aanvaarden was, omdat zij nog midden in het hulpverleningstraject zaten. Deze moeilijke aanvaarding komt naar het oordeel van de Commissie ook doordat klagers de ernst van het moeilijke gedrag van (naam leerling) anders inschatten dan de school, zoals ter zitting is gebleken. Dit doet echter niet af aan het feit dat de school met urgentie mocht handelen, nu door verschillende functionarissen binnen de school vastgesteld werd dat sprake was van een leerling die niet meer gecorrigeerd kon worden. De school heeft in redelijkheid tot de schorsing mogen besluiten. De communicatie tussen partijen is niet altijd vlekkeloos verlopen. Klagers en de school zijn in eerste instantie samen opgetrokken. De school heeft op een gegeven moment spanning ervaren in de communicatie, omdat klagers de incidenten tegen spraken of bagatelliseerden. Klagers weigerden documenten of verslagen die door de school verstrekt werden te tekenen, omdat zij het niet eens waren met de gang van zaken. Met betrekking tot de communicatie met de kindercoach hebben klagers meegedeeld, dat zij bezwaar hadden tegen het feit dat de communicatie over dit traject via de school zou lopen. De Commissie kan zich voorstellen, dat gezien alle partijen die via het groot overleg betrokken waren, de school de regie hierop wilde voeren. Bovendien liet de agenda van de kindercoach niet toe dat zij bij het overleg aanwezig kon zijn. De Commissie constateert dat vooraf overleg is geweest met klagers over de gang van zaken. Door de school is ter zitting aangegeven dat zij voortaan in voorkomende gevallen de ingeschakelde professional zelf de verslaglegging naar partijen toe zal laten doen. De Commissie is hier voorstander van, zodat de informatie door een neutrale partij gedeeld kan worden, om eventuele miscommunicatie te voorkomen. Het behoort niet tot de bevoegdheid van de Commissie om een uitspraak te doen over de compensatie van de door klagers geclaimde werkuren. Zij kan hierover geen oordeel geven.De Commissie verklaart de klacht ongegrond.