Klacht over marginale toetsing-opstroming en verwachtingen
Met betrekking tot de vraag of de school de leerling ten onrechte niet heeft laten opstromen, stelt de commissie vast dat inhoudelijke afwegingen ten grondslag hebben gelegen aan het besluit en dat het afwegingen zijn die vallen binnen de normen van redelijkheid. Het betreft maatwerk. De commissie kan de aangeklaagden volgen waar zij per individuele leerling bekijken of opstromen mogelijk is. Ook dit valt binnen de beleidsvrijheid van de school. Tijdens de hoorzitting is gebleken dat er gedurende het vorige (het tweede) schooljaar verwachtingen gewekt zijn bij klager en de leerling ten aanzien van het moment van beslissen inzake het eventuele opstromen. De eerdere afspraken stonden niet duidelijk op papier. Het leerlingendossier was niet op orde. Ook zijn deze niet mondeling overgedragen bij de wisseling van de wacht van directie, deelschoolleiding en coach van de leerling. Ouders en leerlingen moeten er echter op mogen vertrouwen dat het leerlingendossier op orde is. Bovendien is in de schoolgids niet voldoende duidelijk terug te vinden welke aspecten naast de cijfermatige in de besluitvorming nog meer meespelen. Niet duidelijk is welke afwegingen in het derde leerjaar na afloop van de eerste periode worden gemaakt. De commissie doet in dit kader een aanbeveling.