Klacht over gedrag docent-ingrijpen school-communicatie en beroep op de klachtencommissie
Al met al acht de commissie de reactie van aangeklaagde op de bij hem ingediende klacht over het gedrag van een docent uit een oogpunt van communicatie niet behoorlijk. Diens opmerking bovendien dat klager tenslotte vrij was een andere school voor zijn dochter te zoeken, getuigt evenmin van een behoorlijke omgang met een klacht waarin zorgen kenbaar worden gemaakt. De commissie constateert voorts dat bij zorgen als die rondom de bewuste wiskunde docent een directie of bestuur op korte termijn dient te reageren. Voorkomen dient te worden dat leerlingen als de onderhavige in een belangrijke fase (keuze profiel) gaan uitvallen op een vak. Dit wordt niet anders door hetgeen de aangeklaagde heeft opgemerkt ten aanzien van de zorg die de school heeft ten aanzien van nieuwe docenten en hun begeleiding. Het beleid dat men rekening houdt met de mogelijkheid van een niet functionerende docent (zeker als daar voor een bepaald vak tekorten zijn) is begrijpelijk. Dat neemt echter niet weg dat men bij concrete bezwaren over een zittende docent niet alleen tijdig maar ook adequaat op deze bezwaren moet ingaan en op het gestelde probleem gerichte maatregelen moet nemen. Dat wordt niet gecompenseerd door een zich over het hele jaar uitstrekkende aanpak/begeleiding die geldt voor iedere nieuwe docent. Het beslaat dan slechts een deel van het door klager gestelde probleem. De school heeft aan de late kant ingegrepen. Klagers kunnen ten alle tijden rechtstreeks een beroep doen op de klachtencommissie. Het verdient uiteraard wel de voorkeur indien partijen het probleem eerst met elkaar proberen op te lossen. De commissie doet in dit kader een aanbeveling.