Klacht informatieplicht, partijdigheid, bejegening en proffessionaliteit
De Commissie stelt vast dat er door de school geen officiële maatregel is genomen die klager heeft belet zijn kinderen van/naar school te halen of te brengen. Hieruit vloeit voort dat school hem dus ook niet over een maatregel kon informeren. De Commissie kan klager niet volgen in zijn redenering dat het feit dat de directeur moeder attendeert op het bestaan van een instantie inhoudt dat hij ook geïnformeerd moet worden over deze instantie. Het betrof hier slechts een advies van de directeur aan moeder. Wat moeder verder met dit advies zou doen was haar zaak en de directeur heeft daar verder geen bemoeienis mee gehad. De Ouder Kind Adviseur is niet in dienst van de school, maar valt onder Jeugdzorg. De acties die door het OKT worden uitgezet vallen onder de verantwoordelijkheid van Jeugdzorg en niet onder de verantwoordelijkheid van de school. Ook wordt niet aan de school teruggekoppeld. Het feit dat klager niet meteen door de Ouder Kind Adviseur is benaderd, maar pas in een later stadium contact heeft gehad met hem, een contact dat naar zijn mening al gekleurd was door de verhalen van moeder, valt de school dan ook niet aan te rekenen. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van Jeugdzorg. De Commissie heeft vastgesteld dat de directeur op 3 februari 2017 een persoonlijk e-mailbericht aan klager gestuurd heeft. De Commissie is van oordeel dat hierdoor de schijn van vermenging van professionele- en privé- aangelegenheden is ontstaan. Naar aanleiding van de reactie van klager heeft de directeur in een persoonlijk e-mailbericht hiervoor haar verontschuldigingen aangeboden. De directeur heeft in een separaat e-mailbericht aan klager duidelijk gemaakt dat haar verdere optreden en handelen zal zijn vanuit haar rol als directeur. Helaas heeft zij de schijn van partijdigheid niet meer weg kunnen nemen bij klager. Door de directeur is ter zitting erkend dat er sprake is geweest van een vermenging van rollen als privépersoon en directeur. Zij heeft hiervoor reeds excuses aangeboden aan klager. Ook is zij door het bestuur op haar handelen in deze aangesproken. Met betrekking tot het professionele optreden van de directeur ten tijde van het incident: De moeder was ten tijde van het incident overstuur. De directeur heeft meteen contact opgenomen met klager om bij hem te informeren waar de kinderen waren. De Commissie is van oordeel dat het wellicht zorgvuldiger was geweest wanneer de moeder zelf contact had opgenomen met klager, desnoods in het bijzijn van de directeur. In ieder geval heeft klager op de vraag van de directeur een duidelijk noch een eerlijk geantwoord gegeven, mede ingegeven door de vriendschap tussen de directeur en de moeder. Klager heeft de directeur slechts verwezen naar de politie. Door de directeur is een toevallig voorbijlopende “politievader” om advies gevraagd. In het kader van de privacy had dit niet mogen gebeuren. De politievader heeft geadviseerd de kinderen als vermist op te geven. Hierna is de situatie geëscaleerd, mede doordat de interne communicatie bij de politie niet op orde bleek. Hoewel de situatie, ondanks paniek en crisis, wellicht zorgvuldiger aangepakt had kunnen worden, is de escalatie, waardoor klager uiteindelijk zijn kinderen twee maanden niet gezien heeft, veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden die buiten de invloedsfeer van de directeur liggen en haar niet aan te rekenen valt.